De vragen zijn verdeeld in 4 categorieën:

  • Proces
  • In de woning
  • Techniek
  • Overig

Vragen over het proces

  • Een wijk wordt nooit van het ene op het andere moment van het aardgasnet afgesloten. Dit proces duurt meerdere jaren.  Gemeenten wijzen uiterlijk in 2021 de eerste wijken aan om van het aardgas af te gaan of aardgasvrij ready te worden. Andere wijken zullen nog even moeten wachten. Dit leggen ze vast in de zogenoemde Transitievisie Warmte. Het is nu dus vaak nog niet duidelijk wanneer jouw woning precies van het aardgas af gaat.

  • De komende jaren zullen de eerste bestaande wijken van het aardgas af gaan of aardgasvrij ready gemaakt worden. Gemeenten hebben hiervoor de regie vanuit het rijk gekregen. Zij moeten samen met inwoners op zoek gaan naar de beste oplossingen. Omdat elke wijk en elke woning anders is, zullen we de komende jaren veel leren over hoe dit proces het beste kan verlopen.

    Sommige alternatieven, zoals warmtenetten, zijn collectieve oplossingen. Dat betekent dat je niet in je eentje kunt beslissen om op zo’n systeem aangesloten te worden. Het gaat altijd om meerdere huizen en vaak hele buurten. Gemeenten, woningcorporaties, netbeheerders, buurtinitiatieven en andere partijen zullen dit soort projecten samen met bewoners moeten oppakken.

    Als je huiseigenaar bent, kun je er zelf voor kiezen om aardgasvrij te worden door je woning all-electric te maken. Dat is wel een flinke investering, want je moet dan niet alleen heel goed isoleren, maar ook grote apparaten als een warmtepomp aanschaffen. Voor je zulke stappen neemt, is het verstandig om eerst uit te zoeken of er niet al plannen zijn voor jouw buurt.

  • De gemeente heeft vanuit de overheid de regierol gekregen in de warmtetransitie. Dit betekent dat zij de overstap naar aardgasvrij wonen in goede banen moet leiden. De gemeente heeft de taak om voor elke wijk een plan te maken om van het gas af te gaan. En ze krijgt over een aantal jaar het recht om een wijk van het gas af te sluiten. De gemeente moet op zoek gaan naar de beste alternatieven voor de bestaande bouw. Als inwoner is het belangrijk om mee te denken met de gemeente. We willen samen met inwoners overleggen wat er in jouw huis gaat veranderen. Er is dan ook geen handboek van wat er precies moet gebeuren omdat elk gebied, wijk, stad of dorp anders is. Het proces om naar een aardgasvrije wijk te gaan zal daarom overal een beetje verschillen.

    Dat de gemeente de regierol heeft, betekent overigens niet dat zij hier alleen voor staat. In de warmtetransitie werken veel partijen samen. Denk hierbij aan woningcorporaties, warmte- en energiebedrijven, installateurs en huurders of huiseigenaren.

  • Iedereen in Nederland moet zijn steentje bijdragen. Ook grote bedrijven, fabrieken en de landbouw moeten zich aanpassen. De industrie en de elektriciteitsbedrijven moeten tot 2030 samen ongeveer tien keer zo veel CO2 reduceren als de huishoudens en in 2050 moet hun uitstoot ook nul zijn.

  • Meewerken aan een alternatief is op dit moment nog geheel vrijwillig. Dit betekent dat de gemeente op dit moment jouw gas nog niet verplicht kan afsluiten. Dit gaat de komende jaren veranderen. Over een aantal jaren kan de gemeenteraad een besluit nemen om een wijk van het aardgas af te sluiten als er sprake is van een goed alternatief. Wanneer dit gaat spelen in uw wijk wordt hiervoor een wijkuitvoeringsplan opgesteld. Dit wijkuitvoeringsplan wordt samen met de inwoners van de wijk vormgegeven.

Vragen over de woning

  • Het gemiddelde gasverbruik van huishoudens is ongeveer 1.300 kubieke meter per jaar. Hiervan gaat zo’n 80 procent naar verwarming en 20 procent naar warm water, vooral voor douchen. Een klein percentage wordt gebruikt om mee te koken. Hoeveel gas een huishouden verbruikt is afhankelijk van het soort huis, het bouwjaar, isolatie, het gebruik van verwarming en het gebruik van warm water.

  • Er zijn verschillende manieren om woningen te verwarmen zonder aardgas. Deze kunnen we onderverdelen in drie categorieën:

    Warmtenetten: dat zijn netwerken van leidingen onder de grond, waardoor warm water stroomt. Dat warme water, afkomstig van een warmtebron in de buurt, kan worden gebruikt om huizen te verwarmen.

    Elektrische oplossingen: je kunt je huis ook met elektrische apparaten verwarmen. Je gebruikt dan bijna in alle gevallen een warmtepomp. Die verwarmt je huis als een soort ‘omgekeerde koelkast’. In plaats van dat hij warmte afvoert, haalt een warmtepomp juist warmte naar binnen. In huis heb je dan meestal vloerverwarming en/of wandverwarming, of speciale lage temperatuurradiatoren.

    Duurzaam gas: dit kan gemaakt worden uit biogas (groen gas) en synthetisch (waterstof) gas.

    Biogas wordt gemaakt door mest, GFT en ander organisch afval in een vat te laten vergisten. Dit gebeurt vanzelf: tijdens dit vergistingsproces komt methaan vrij, ook wel biogas genoemd. Wanneer biogas wordt opgewaardeerd totdat het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas spreken we van groen gas.
    Synthetisch (waterstof) gas wordt gemaakt door (een overschot aan) groene energie, water en CO₂ te laten reageren tot methaan. Dit gas is duurzaam omdat het wordt gemaakt uit zonne- en windenergie.
    In een woning werkt duurzaam gas exact hetzelfde als aardgas voor verwarmen en koken. Het enige verschil is dat de herkomst van het gas duurzaam is.

  • Hoe jouw huis eruit gaat zien hangt af van de manier waarop jij je huis gaat verwarmen. De meeste huizen zullen aangesloten worden op een warmtenet, of overstappen op elektrische oplossingen zoals een warmtepomp. In beide gevallen zorgt dit voor grote aanpassingen in huis. Deze aanpassingen staan in de volgende alinea’s beschreven per alternatief. In beide gevallen moet je overstappen op een elektrische manier van koken. De meest veilige en energiezuinige optie is koken op inductie. Alleen als je overstapt op een duurzaam gas verandert er in principe niets. Zowel je verwarmingssysteem als je kookfornuis blijven dan hetzelfde. Er zijn ook andere oplossingen die voor aanpassingen in huis kunnen zorgen. Denk hierbij aan een zonneboiler voor warm water en infraroodpanelen of pelletkachels voor extra warmte in bepaalde ruimtes.

    Warmtepomp

    Als je overstapt op elektrische oplossingen betekent dat bijna altijd een warmtepomp. Voordat je een warmtepomp kunt installeren, moet je heel wat maatregelen nemen. Allereerst moet je ruimte vrijmaken in een gangkast of andere kamer, in de tuin, op het balkon of op het dak. Een warmtepomp is namelijk groter dan een cv-ketel en bestaat vaak uit een binnen- en buitengedeelte. Omdat warmtepompen gebruik maken van een lage temperatuur is het heel belangrijk om je huis heel goed te isoleren en alle naden en kieren te dichten. Doe je dit niet, dan gaat er te veel warmte verloren en krijg je het niet goed warm. Daarnaast heb je ook een ventilatiesysteem met warmteterugwinning nodig om de warmte zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Door de lage temperatuur kunnen bestaande radiatoren de warmte vaak niet voldoende door huis verspreiden. Ze worden daarom meestal vervangen door wand- en/of vloerverwarming of speciale lagetemperatuurradiatoren.

    Warmtenet

    Bij een warmtenet komt de warmte via leidingen je huis binnen. Je hebt geen cv-ketel nodig en daarmee win je ruimte in huis. Een warmtenet kan een hoge of lage temperatuur hebben. Bij een warmtenet op hoge temperatuur (70 – 90 graden) kan het zijn dat je je bestaande radiatoren gewoon kunt blijven gebruiken. Bij een warmtenet op lage temperatuur heb je, net als bij een warmtepomp, vaak vloer en/of wandverwarming in plaats van radiotoren aan de muren. Ook is het erg belangrijk de woning heel goed te isoleren en naden en kieren te dichten. Er gaat dan zo min mogelijk warmte verloren, wat zorgt voor een constante en comfortabele temperatuur in huis.

  • Voor het plaatsen van een warmtepomp is geen vergunning van de gemeente nodig, behalve wanneer deze hoger is dan 1 meter, dan moet er een omgevingsvergunning worden aangevraagd. De warmtepomp moet voldoen aan de eisen van het bouwbesluit. Hierin is voor warmtepompen en airco’s opgenomen dat deze niet meer dan 40 dB geluid mogen maken, gemeten op de erfgrens als het aangrenzende perceel een woonbestemming heeft.

  • Zijn er in jouw buurt nog geen plannen voor aardgasvrij wonen? Je kunt je wel al voorbereiden. Als woningeigenaar kun je grote stappen zetten in huis. Om je wegwijs te maken in alle hulpmiddelen en mogelijkheden die voor energiebesparing bestaan, voert Energieloket Achterhoek namens de acht Achterhoekse gemeenten het Energieloket uit. Bij dit energieloket kun je met al jouw vragen over energiebesparing terecht.

  • Zijn er in jouw buurt nog geen plannen voor aardgasvrij wonen? Je kunt je wel al voorbereiden. Voor huurders kan dit lastiger zijn omdat je minder mogelijkheden hebt om zelf aan de slag te gaan met grote maatregelen in huis. Er zijn zeker mogelijkheden om energie te besparen door bijvoorbeeld aanschaf van energiezuinige apparatuur. Voor meer informatie over energiebesparing verwijzen we je graag naar het Energieloket Achterhoek.

  • Isolatie is de eerste stap bij het verduurzamen van je woning. Het energieverbruik moet namelijk flink omlaag. Met goede isolatie gaat heel weinig warmte verloren en heb je minder energie nodig om je huis te verwarmen. De temperatuur in huis blijft heel constant. In de winter blijft een goed geïsoleerd huis lekker warm, en in de zomer juist koel. Naast energie besparen zorgt isolatie dus voor een fijn en comfortabel huis. Bij lagetemperatuurverwarming, zoals met een warmtepomp, is isolatie zelfs de belangrijkste maatregel. Zonder vergaande isolatie krijg je het in huis met een verwarming op lage temperatuur niet goed warm.

  • Als je nu aan de slag gaat met je huis, betaal je zelf de kosten (los van de lopende subsidies). Een aantal maatregelen, zoals bijvoorbeeld spouwmuurisolatie, laten veel mensen nu al uitvoeren omdat het comfort en energiebesparing oplevert. Maar het is natuurlijk met name de vraag hoe je aanpassingen kunt betalen als het straks wel moet.

    Uiteindelijk betalen we gezamenlijk alle kosten. Want ook subsidie is geld dat we samen betalen. Alleen maakt het heel veel uit op welke manier je die kosten spreidt over de tijd en over alle betrokken partijen. Oftewel: wanneer betaalt wie, welke kosten en hoe kun je dat zo slim doen, dat het voor iedereen behapbaar is? Hierbij is het belangrijk om het volgende te onthouden: de basis van wonen zonder aardgas is energiebesparing. Daardoor houden we geld over. En dat geld kunnen we gebruiken om maatregelen te financieren.

    Voor de woningen die in een vroeg stadium van het aardgas afgaan, is het in de meeste gevallen noodzakelijk dat er vanuit de overheid aanvullende financiering komt. Dit kan in de vorm van een subsidie of een lening. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat hier in de komende jaren meer duidelijkheid over komt. Dit betekent niet dat je nu moet afwachten tot nieuwe subsidies komen, het kan nu al voordeliger voor u zijn om te besparen en maatregelen te treffen.

  • Een cv-ketel gaat gemiddeld 15 jaar mee. Het kan dus zomaar zijn dat jouw cv-ketel binnenkort aan vervanging toe is. Nu we voor 2050 gaan stoppen met aardgas, is het niet altijd logisch een nieuwe ketel aan te schaffen. Het is daarom verstandig om te kijken of er in jouw buurt al plannen zijn om aardgasvrij te worden.

    Je kunt er ook voor kiezen om zelf aan de slag te gaan met wonen zonder aardgas. Kijk bijvoorbeeld of jouw huis geschikt is voor elektrische oplossingen zoals een warmtepomp. Ben je dit van plan? Houd dan rekening met hoge kosten voor de benodigde maatregelen.

    Een hybride warmtepomp is een goede tussenoplossing. De hybride warmtepomp neemt voor het grootste gedeelte het werk van de cv-ketel op gas over, waardoor een grote reductie (tot wel twee derde deel) van de gasvraag oplevert. Behalve op momenten dat het écht nodig is, bijvoorbeeld op een heel koude winterdag, dan springt de cv-ketel bij voor extra warmte in huis. We zien dit vooral als tussenoplossing en nog niet als (aardgasvrije) eindoplossing. Een hybride warmtepomp doet echter geen afbreuk aan het comfort en vraagt relatief weinig investering en aanpassingen aan woningen. Door nu stappen te zetten met hybride warmtepompen, is het pad naar andere eindoplossingen gemakkelijker. Op lange termijn wordt toegewerkt naar een all-electric oplossing of gebruiken we een duurzaam gas voor de hybride warmtepomp.

    Lukt het niet zelf aan de slag te gaan, dan moet je de cv-ketel toch vervangen. Kies dan voor een moderne ketel die zuinig en milieuvriendelijk is.  Een cv-ketel kopen is echter ook een behoorlijke investering. Bij veel energie- en installatiebedrijven kun je daarom steeds vaker ketels huren of leasen. Lease je een ketel, dan koop je deze over een bepaalde periode af. Huur je een ketel, dan bepaal je een vast bedrag per maand. Huren heeft het voordeel dat het per maand opzegbaar is (na de afkoopregeling) en dat er bij het onderhoud geen extra kosten zijn. Kijk op de website van de Consumentenbond voor meer informatie over de voor- en nadelen bij het kopen, leasen en huren van een cv-ketel.

  • Voor informatie en advies kunnen inwoners van Oost Gelre contact opnemen met het Energieloket Achterhoek. Het energieloket is door de Achterhoekse gemeenten opgericht. Het loket is er om onze inwoners te voorzien van informatie en advies. Dit doen zij geheel onafhankelijk. Zij kunnen inwoners zeer laagdrempelig helpen door het bieden van een telefonisch consult, maar het is ook mogelijk dat er een adviseur bij u aan huis komt. Bij een bezoek aan huis kan dan gelijk gekeken worden welke stappen nog verder gezet kunnen worden bij het verduurzamen van de woning.

Vragen over techniek

  • Met een gasgestookte cv-ketel verwarm je je huis op een hoge temperatuur van zo’n 60 graden tot wel 90 graden als het hard vriest. Je kunt daarvoor radiatoren gebruiken en je huis hoeft niet vergaand geïsoleerd te zijn. Bij lagetemperatuurverwarming komt het water in de leidingen niet boven de 40-50 graden.

    Omdat je bij lagetemperatuurverwarming minder warmte hebt, is het erg belangrijk dat er geen warmte verloren gaat en de warmte goed door het huis wordt verspreid. Je huis moet daarom goed geïsoleerd zijn en je maakt dan meestal gebruik van wand- en/of vloerverwarming, of speciale lagetemperatuurradiatoren. Dit zorgt voor een constante en comfortabele temperatuur in huis. Verwarmen met een lage temperatuur kan wel als ‘anders’ worden ervaren dan verwarmen met aardgas. Het is bijvoorbeeld niet meer mogelijk de temperatuur even snel een graadje bij te stellen.

  • Restwarmte komt vooral vrij bij industriële processen en koelen, dan kun je denken aan afvalverbranding, metaalproductie, voedselproductie (koffiebranden, frituur, ovens), koelcellen (opslag, datacentra, supermarkten), etc. In de gemeente Oost Gelre is de potentie van restwarmte zeer beperkt. Uit de analyse die we hebben uitgevoerd komt naar voren dat er geen mid- of hoogtemperatuur restwarmtebronnen in de gemeente zijn en daarnaast slechts enkele laagtemperatuur restwarmtebronnen van kleine capaciteit, zoals supermarkten en slagerijen. Supermarkten zetten vaak al zelf hun eigen restwarmte in en er blijft weinig over om elders in te zetten. Hier kunnen mogelijk heel kleine initiatieven/warmtenetten omheen ontstaan. Omdat deze zo klein en lokaal zijn, kijken we daar niet naar bij het opstellen van de Transitievisie Warmte.

  • Biogas is afkomstig van de reststromen van groenvoerdergewassen en akkerbouw en uit mest. Biogas kan worden opgewaardeerd naar groengas om deze in te voegen in het bestaande aardgasnet. Dit maakt het een zeer aantrekkelijk bron, omdat er geen nieuwe infrastructuur of warmtesysteem nodig is. Daarnaast maakt de hoge temperatuur dat de bron ook geschikt is voor gebouwen die niet op korte termijn vergaand geïsoleerd kunnen worden. De potentie van de inzet van biogas voor de gebouwde omgeving is echter beperkt. Dat komt enerzijds doordat het organisatorisch en financieel niet haalbaar zal zijn om alle mest (ook van kleinere veebedrijven) te verzamelen en te vergisten. En anderzijds omdat de verwachting is dat biogas ingezet moet worden in de industrie en zwaar transport. Die sector is veelal afhankelijk van hoogwaardige warmte, zoals gassen, waar weinig alternatieven voor zijn. De theoretische potentie van biogas in Oost Gelre is groot, echter uit onderzoek blijkt dat het niet mogelijke is alle mest te verzamelen en ook voor akkerbouw reststromen is het nog onbekend tot in hoeverre deze stromen verzameld kunnen worden en/of al voor andere doeleinden worden ingezet.

  • De energietransitie heeft een enorme impact op het elektriciteitsnetwerk. De netbeheerders moeten de komende 10 jaar hetzelfde werk doen als afgelopen 40 jaar is gerealiseerd en technisch personeel om het werk uit te voeren is buitgewoon schaars. Daarom zet de netbeheerder Liander volop in op het uitbreiden van het elektriciteitsnetwerk en kijkt naar hoe het bestaande netwerk slim gebruikt kan worden. Om ervoor te zorgen dat Liander zo goed mogelijk vooruit kan plannen, is Liander al in een vroeg stadium betrokken bij het opstellen van de Transitievisie Warmte.

  • Duurzame gassen zoals groene waterstof of groengas zijn nu niet voldoende aanwezig om veel woningen mee te verduurzamen. Ook in de toekomst is het zeer waarschijnlijk dat de productie van deze gassen tekortschiet om op grote schaal gebruik van te kunnen maken voor al onze woningen. Daarnaast is de productie van deze duurzame gassen relatief duur, wat betekent dat men meer zou moeten gaan betalen t.o.v. een ander duurzaam alternatief.

    Het Rijk heeft daarom gezegd dat duurzame gassen zoals groene waterstof en groengas ingezet dienen te worden in sectoren waar geen alternatief aanwezig is. Voorbeelden hiervan zijn de productie-industrie waar een hoge temperatuur nodig is, of de transportsector.

  • Over kernenergie lopen de meningen nogal uiteen bij zowel de politiek als het publiek. In sommige landen, zoals Frankrijk, levert kernenergie een belangrijke bijdrage aan de elektriciteitsvoorziening. In Nederland is de bijdrage van kernenergie aan de totale elektriciteitsopwekking gering. De Rijksoverheid bepaalt of er in Nederland nog kerncentrales bijkomen. Deze keuze voor de inzet van kernenergie in de energietransitie wordt dus niet op het niveau van de gemeente Oost Gelre genomen. Als er nog een kerncentrale bij zou komen, duurt de bouw daarvan waarschijnlijk enkele tientallen jaren. Er zijn dus veel onzekerheden over de toekomst van kernenergie en de gemeente heeft hierop weinig invloed. Daarom is het niet zinvol om kernenergie op te nemen in de Transitievisie Warmte.

Overige vragen

  • Aardgas is een fossiele brandstof. Dat betekent dat er CO₂ vrijkomt bij de verbranding. Sinds de industriële revolutie stoten wij zoveel CO₂ uit, dat de gemiddelde temperatuur op aarde op dit moment snel stijgt. Deze opwarming zorgt voor veranderingen in het klimaat, met enorme gevolgen. Maar liefst 95 procent van de 7,7 miljoen huishoudens in Nederland gebruikt aardgas voor verwarming, warm water en om op te koken. Al die woningen bij elkaar zorgen voor een flinke CO₂-uitstoot: wel 11 procent van de totale Nederlandse uitstoot van broeikasgassen. Stoppen met het gebruik van aardgas zorgt dus voor een flinke afname van onze CO₂-uitstoot. En hoe minder CO₂ in de lucht, hoe beter dat is voor het klimaat.

  • De woningvoorraad verduurzamen en dus ook van het aardgas afgaan is een opdracht die we van het Rijk hebben gekregen n.a.v. het wereldwijde Parijs akkoord van 2015. Aardgas is een fossiele brandstof en stoot bij het verbranden CO2 uit. Het is echter zo dat aardgas in verhouding met bijvoorbeeld steenkool, bruinkool, stookolie veel schoner is. Daarom stappen sommige gebruikers (bijvoorbeeld in Duitsland) eerst over op aardgas. Je kunt dit zien als tussenstap. In Nederland gebruiken we veelal al aardgas en kunnen we ons vast voorbereiden op het nemen van de volgende stap. Uiteindelijk stappen zij in Duitsland dus twee keer over op een alternatief.

    Aardgas is helaas niet schoner dan je huis verwarmen met bijvoorbeeld een warmtenet met warmte uit een duurzame bron zoals geothermie, of restwarmte. Ook nu al is een huis verwarmen met een warmtepomp een schoner alternatief dan een huis verwarmen met aardgas.

  • Wonen zonder aardgas is op dit moment vaak nog duurder dan wonen met aardgas. Dit komt voornamelijk door de hoge kosten van de aanpassingen in huis. Denk hierbij vooral aan vergaande isolatie en HR+++ glas. Dit is het belangrijkst voor oplossingen met lagetemperatuurverwarming, zoals een warmtepomp of een warmtenet op lage temperatuur. Bij een warmtenet op hoge temperatuur zijn minder aanpassingen nodig.

    De overstap naar een warmtepomp is nu nog de duurste oplossing. Dit komt omdat de warmtepomp zelf een duur apparaat is en het bijna altijd gecombineerd moet worden met vergaande isolatiemaatregelen en het installeren van wand- of vloerverwarming. Nieuwe apparatuur en besparingsmaatregelen kunnen al snel tienduizenden euro’s kosten, afhankelijk van het soort woning, het volume van de woning en de mate van isolatie. De kosten van het energieverbruik zijn daarentegen lager. Door de energiebesparing die het oplevert, is het soms mogelijk om deze investering over een langere termijn terug te verdienen.

    Als je overstapt op groen gas is het net andersom. Er zijn dan weinig tot geen kosten voor aanpassingen in huis, maar groen gas kost per kubieke meter meer dan aardgas. Ook dan is isoleren dus verstandig.

  • De netbeheerder (Liander) is verantwoordelijk voor het elektriciteits- en gasnet van de toekomst, maar zeker ook die van vandaag. Zo lang er in Oost Gelre dus nog aardgas gebruikt wordt, moeten de gasleidingen ook in stand gehouden worden en zal er dus ook op sommige plekken onderhoud gepleegd moeten worden – ook al gaan we van het aardgas af. Doordat Liander betrokken is bij het opstellen van de Transitievisie Warmte in Oost Gelre passen ze zoveel mogelijk de werkzaamheden aan de plannen aan, waar dat kan.